(bə'antwo:rdən) (beantwoordde, heeft beantwoord)
1. antwoord geven op : een vraag, een brief-;
2. zich uiten naar aanleiding van een andere uiting : een groet een belediging met stilzwijgen -; het vijandelijk vuur -, terugschieten. Syn. antwoorden.
3. ontzenuwen : iemands gezegden -.
4. bevredigen : iemands vertrouwen -.
5. vergelden : iemands geschenk (met een tegengeschenk) -; iemands liefde (met
wederliefde) -.
6. voldoen aan een doel : aan zijn bestemming, aan zekere eisen, aan een eksamen, aan de verwachting -.
7. overeenkomen met: aan een signalement -.
beantwoorder m. (-s).