Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

basiliek

betekenis & definitie

(bazi'lik) v. (-en) (Gr. archon basileus. tweede archont]

I. Eig. 1. in het oude Athene, hal met de zetel van de tweede archont.
2. uitbr.
a. in het oude Rome, langwerpig vierkant gebouw met zuilenhallen, voor handel en rechtspleging,
b. oudkristelijk langwerpig kerkgebouw met verhoogd middenschip, apsis.

II. Metf. [van I 2 stijl gebouwd. III. Metn.[van II] Kat. eretitel van een aantal kerken.