I. (ban'ket) o. (-ten; -je), Fr. banguet,
1. Eig. groot prachtig feestmaal : een geven, houden. Syn. diner, gastmaal.
2. Metn. lekkernij bij een banket (1) gebruikt], fijn deeg waarvan lekkernij wordt gebakken in allerlei vorm: een hart van-; boter-, letterbanket.
II. (ban'ket) o. (-ten), Fr. banquette, Krijgsw. verhoging tegen het binnentalud van een borstwering om hierover heen te vuren.