('balsəmən) (balsemde, heeft gebalsemd)
1. met bederfwerende stoffen vullen, ter voorkoming van verrotting de oude Egyptenaren balsemden hun lijken.
2. geurig maken als met welriekende balsem: het bloempje balsemde de lucht.
3. met geneeskrachtige balsem verzachten : een -d middel.
4. door troost en opbeuring lenigen : -de woorden.