('ba:i) m. (-s)
I. Eig. kledingstuk voor zeelieden, inwendig van baai en uitwendig van geolied linnen. Syn. waakrok.
II. Metn. 1 ruw matroos. 2. zwierig schaatsenrijder. 3. durfal, haantje de voorste.
baaivangsler (‘ba:i) v. (-s).
Gepubliceerd op 24-06-2020
betekenis & definitie
('ba:i) m. (-s)
I. Eig. kledingstuk voor zeelieden, inwendig van baai en uitwendig van geolied linnen. Syn. waakrok.
II. Metn. 1 ruw matroos. 2. zwierig schaatsenrijder. 3. durfal, haantje de voorste.
baaivangsler (‘ba:i) v. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: