B (be) v. (-’s; -’tje)
I. Eig. tweede letter van het abc : de b behoort tot de lipletters. → a.
II. Metn. gezamenlijke woorden van een adres-, woordenboek enz. met b beginnend. III. Metf.
1. [2de noot in de M. E.] Muz. zevende noot der toonladder van c, si.
2. Wisk. tweede der bekende grootheden.
Uitspraak. De b wordt niet uitgesproken in : ambt (amt) ambtenaar (amtenaar), beambte (beamte) enz.