(assimi'la.-si) v. (-s) het assimileren
I. (I)
1. (1) Algm. gelijkmaking.
2. Inz.
a. (2) verwerking tot eigen substantie : de van voedsel,
b. gelijkmaking van twee medeklinkers : in „korrel” (uit kornel) heeft men een progressieve -, omdat de volgende medeklinker n gelijk wordt aan de voorafgaande r; in „balling” (uit) banling) daarentegen, heeft men een regressieve -.
II. het assimileren (II), aanpassing.
assimilatieproces o. (-sen).