Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

Aristoteles

betekenis & definitie

(aris’to:təles) Grieks wijsgeer, ° 384 v. K. te Stagira (de Stagiriet), leerling van Platoon, leermeester van Alexander, stichter der peripatetische school te Athene, in het Lyceum, waar hij ’s morgens zuiver-wetenschappelijke, ’s avonds populaire voordrachten hield; werd van goddeloosheid aangeklaagd en week uit naar Euboia, waar hij 322 †.

Zijn geschriften gaan over verschillende onderdelen der filozofie o. a. over de logika, waarvan hij de stichter is. Zijn geniale geest verbond een realistisch gematigd platonisme met de gezamenlijke kennis van zijn tijd tot een machtig geheel, dat van hem de grootste en invloedrijkste wijsgeer en natuurkenner der Oudheid maakte.

< >