(al'machtəch)
I. bn. 1. de almacht hebbend : zo waarlijk helpe mij God -, eedformulier.
2. alles vermogend : hij is waarlijk -.
3. (veelal : allemachtig) overgroot : een gevaarte. II. bw. zeer : mooi, lelijk.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: