('alfabet) o. (-ten) [alfa, bèta, de twee eerste letters van het Gr. abc] abc.
Enc. Volgens Dr. G. LAMSA, een etnoloog uit de Verenigde Staten, is de oorsprong van ons alfabet te zoeken in de Aramese taal. Het is eigenlijk een beeldschrift, waarvoor de dingen uit het dagelijks leven de basis leverden. Iedere letter van het Aramees alfabet had een bepaalde betekenis, van de A, die de godheid voorstelde, tot de Y, het beeld van de menselijke hand. Kenmerkend is het feit dat de eerste drie letters nl.
God, huis en kameel betekenden: godsdienst, woonplaats en verkeer. Hieronder volgen de meeste van de 22 Aramese symbolen.
A Alep of Alpo betekent os, het machtigste dier van Assyrië, dat daarom als godheid werd vereerd. B Bet betekent huis; de vorm van de letter herinnert aan de plattegrond van een Oudsemietisch huis.
C Camla betekent kameel; de bult is nog zichtbaar. D Dalet betekent delta; vooral in de d van het Griekse alfabet duidelijk.
H Hawta betekent val; heeft de vorm van de eertijds gebruikte vossevallen.
I Aena betekent oog.
K Kap is de gebalde vuist.
L Lama betekent kin.
M Maya betekent water; let op de golfvorm van deze letter.
N Nargo is bijl; beeld van twee houwelen; het een naar boven, het ander naar beneden gekeerd. O Wazna betekent olie- of parfumhouder; een verzegelde vaas.
P Pey of Poma is de mond; de kin is door de staart van de letter afgebeeld.
R Resha is het hoofd, met inbegrip van de hals.
S Sahra is de maan.
T Taraa betekent deur, wellicht van een tent.
TH Tera betekent vogel.
Y Beeld der menseliike hand met uitgespreide vingers.