Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

afzakken

betekenis & definitie

('af) (zakte af, afgezakt)

I. (heeft) alles in zakken doen : de aardappelen -.

II. (is)

1. naar beneden zakken : kousebanden tegen het der kousen.
2. afvaren : een rivier -.
3. afdrijven : het onweer zal wel -.
4. heengaan : de troepen zakten langzaam af.
5. uit armoede komen wonen : hij is naar dit dorpje afgezakt.

< >