('af) (spleet, spleten af; afgespleten)
I. (heeft) door splijten afzonderen : de bliksem heeft er een geheel stuk af gespleten.
II. 1. (is) door splijten zich afzonderen : dat stuk is van de tafel af gespleten.
II. 2. zich afscheiden.
Gepubliceerd op 24-06-2020
betekenis & definitie
('af) (spleet, spleten af; afgespleten)
I. (heeft) door splijten afzonderen : de bliksem heeft er een geheel stuk af gespleten.
II. 1. (is) door splijten zich afzonderen : dat stuk is van de tafel af gespleten.
II. 2. zich afscheiden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: