('af) (spande af, heeft afgespannen)
1. van een rij- of voertuig los maken : de paarden –.
2. van de trekdieren losmaken : de wagen –.
3. door het afbinden der koord, in de ruststand terugbrengen : een boog –.
4. door het uitspannen der hand, meten : een breedte –.