('af) (klapte af, afgeklapt)
I. (heeft)
1. door handklappen doen ophouden : een speler -.
2. veel klappen : de koetsier heeft wat af geklapt (met de zweep).
II. (is) met een klap afgaan : de voetzoeker klapte af. afklapping v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: