('af) (korf, korven af, kerfde af; afgekorven)
(heeft) [kerven. snijden]
1. door kerven afscheiden : een vis de kop -.
2. met kerven gedaan maken.
II. (is) [kerven, uiteengaan] op het naaisel uiteengaan : dat lijf van goedkope zijde is af gekerfd.
afkerver m. (—s). afkerving v. (-en).