('æddisn)
1. (Joseph) Engels staatsman en letterkundige, ° 1672, ✝ 1719 te Londen; schreef belangrijke artikelen in het door hem gestichte tijdschrift The Spectator [De Toeschouwer] dat zich door echte populariteit, voorname humor en keurige stijl onderscheidde en het voorbeeld werd van de Hollandse Spectator van J. van Effen.
2. (Thomas) Engels geneeskundige, ° 1793, ✝ 1860: beschreef het eerst de naar hem genoemde addisonse ziekte die veroorzaakt wordt door een kronische aandoening van de bijnier en waarvan de hoofdverschijnselen zijn : bronskleurige huid, loomheid en zwakke prikkelbaarheid der maag.