Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

acquit

betekenis & definitie

(ak'ki:t) o. [Fr.]

I. Eig. het acquitteren, vooral in uitdr.: par of per of pour -, voor kwitantie, voldaan (op rekeningen). -

II. Metn.

1. [wsch. om zijn schulden te acquitteren, te voldoen] eerste stoot bij het biljartspel : wie geeft -?
2. punt op het biljartspel waar de bal wordt opgezet.

< >