('achtər) m. (-en)
1. Eig. verst afliggend gedeelte : op de -, de blauwe bergen. Gez. iets op de schuiven, als minder belangrijk beschouwen; op de blijven, zich niet doen opmerken; op de raken, geen belangstelling meer wekken; op de treden, vergeten worden: zich op de plaatsen. zich op een afstand houden.
2. Metn. afbeelding van een achtergrond : op de (van het schilderij) een bos.