Wat is de betekenis van achtergrond?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achtergrond

achtergrond - Zelfstandignaamwoord 1. letterlijk, hetgeen zich achter de voorgrond bevindt, vaak het aandachtspunt Pasfoto's hebben vaak een rustige achtergrond. 2. figuurlijk, iets dat naar de achtergrond verdwijnt of raakt, iets dat uit de aandacht raakt (vaak doordat iets niet belangrij...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

achtergrond

achtergrond - zelfstandig naamwoord uitspraak: ach-ter-grond 1. wat erachter zit, de oorzaak ♢ ik weet dat hij stiekem is, maar ik ken de achtergrond van dat gedrag niet 2. wat eerder gebeurd is ...

2024-04-25
Encyclopedisch woordenboek van de psychologie

Piet van der Ploeg (2007)

achtergrond

1. Op de eerste plaats wordt hiermee bedoeld de levenservaringen die men heeft op het gebied van opvoeding, sociaal milieu, opleiding en beroepspraktijk. 2. Secundaire perceptuele stimuli zoals gesprekken van anderen dan met wie men praat, of muziek bij het lezen van een boek. 3. De ruime context waarin een gebeurtenis met een persoon plaatsvindt.

2024-04-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

achtergrond

Een achtergrond voor driedimensionale beelden (zie beeld (2)): een plat vlak of de ruimte waartegen het beeld afsteekt of zichtbaar wordt; bijv. een plastiek die afsteekt tegen de lucht.

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

achtergrond

achtergrond - Het oppervlakt of deel van een compositie dat het verste van de toeschouwer lijkt te zijn verwijderd en waartegen afgebeelde objecten of vormen kunnen worden waargenomen.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achtergrond

s., eftergroun; zich op de houden, jin tobek hâlde, stalle, stâlle.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achtergrond

m. (-en), 1. deel van een landschap, vertrek of toneel dat van de beschouwer het verst afligt; de achtergrond van een schilderstuk, van een toneel, een panorama enz.: — (fig.) zich op de achtergrond plaatsen, zich op een afstand houden; — op de achtergrond blijven, zich niet doen opmerken; — op de achtergro...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achtergrond

m. -en, het gedeelte, dat van den beschouwer het verst afligt: de achtergrond v. e. landschap, toneel; zegsw. op de achtergrond raken, geen belangstelling meer wekken; zich op de achtergrond houden, zich niet laten opmerken.