('a:n) (duidde aan, heeft aangeduid)
1. kenbaar maken door het opgeven van een of meer kenmerken ; een huis, een persoon -. Syn. aantonen, aanwijzen.
2. door woorden te kennen geven : om het denkbeeld van geluk aan te duiden. Syn. uitdrukken.
het bestaan bewijzen : zijn houding duidt trots aan.
als betekenis hebben : slim en sluw duiden niet hetzelfde aan. Syn. betekenen, te kennen geven.
aanduiding v. (-en).