een plek 15 kilometer ten noorden van Jericho waar in 1962 manuscripten gevonden werden in een grot. Deze papyri uit de vierde eeuw v.
C. waren afkomstig van inwoners van Samaria die zich daar waarschijnlijk hadden verstopt uit angst voor wraak van Alexander de Grote nadat diens gouverneur Andromachus aldaar door de inwoners levend verbrand was (ca. 332 v. C.). Waarschijnlijk zijn de vluchtelingen gestikt doordat Alexanders soldaten een groot vuur in de ingang van de grot hebben aangestoken; hun skeletten zijn daar teruggevonden. De papyrusrollen bevatten zonder uitzondering juridische en administratieve documenten en betreffen kwesties ven eigendomsrecht, leningen, slaven, huwelijksregelingen. Zij dateren alle uit de periode tussen 375 en 335 v. C.