in de zin van Gods laatste oordeel over de mens. Vanwege de bijbelse gedachte van een verbond tussen God en Israël speelde de opvatting dat God de mens oordeelt naar gelang de mate waarin de mens zich aan de bepalingen van dat verbond (de joodse wet) houdt, een belangrijke rol.
In bijbelse tijd voltrok Gods oordeel zich naar veler mening al tijdens het aardse leven, in nabijbelse tijd werd dit oordeel echter meestal verplaatst naar het hiernamaals, met name vanwege de sterk gevoelde discrepantie tussen de menselijke ervaring en het besef van Gods gerechtigheid. Noties van opstanding en eeuwig leven geven uitdrukking aan het besef dat God uiteindelijk toch gerechtigheid zal betrachten en na dit leven zal belonen en straffen wie dat verdient. Het oordeel zal worden uitgesproken door God zelf, maar volgens sommige groeperingen delegeerde hij het rechtspreken aan een ander, hetzij de messias, hetzij de hoogste engel.