zwagerhuwelijk. De Tora bepaalt in Deut. 25 dat een kinderloos achterblijvende weduwe de broer van haar overleden man moet huwen om van hem kinderen te krijgen.
Als de man dat niet wil, moet de vrouw hem publiekelijk van zijn schoeisel ontdoen (het ritueel van de chalitsah) en hem in het gezicht spuwen; dan gaat het zwagerhuwelijk niet door. In nabijbelse tijden werd het leviraatshuwelijk teruggedrongen en gaandeweg meer door de chalitsah-rite vervangen. De regels staan beschreven in het Talmoedtraktaat Jevamot.