Grieks schrijvende joodse auteur, waarschijnlijk uit de tweede eeuw v. C., van wiens werk slechts één fragment over is, waarin hij zegt dat Job, die wordt geïdentificeerd met Jobab (Gen. 36:33), een zoon van Ezau is.
Aristeas merkt op dat God Jobs onverstoorbaarheid bewonderde. Jobs drie vrienden worden koningen genoemd.