naam van een reeks van koningen der Nabateeërs, een Aramees sprekend volk dat in de eeuwen rond het begin van de jaartelling een eigen koninkrijk had in de Negev (de zuidelijke woestijn van Israël) en in Jordanië met Petra als hoofdstad. Zij waren een van de belangrijkste handelsvolkeren van het Nabije Oosten.
Doordat hun rijk grensde aan het woongebied der Joden, kwam het enkele malen tot gewapende konflikten, zowel in de Makkabese als in de Herodiaanse periode. Aretas IV, die bijna 50 jaar regeerde (9 v. C.-40 n. C.), kwam in aanvaring met Herodes Antipas nadat deze joodse vorst van Aretas’ dochter, met wie hij getrouwd was, wilde scheiden. Deze Aretas wordt ook in het Nieuwe Testament genoemd (2 Kor. 11:32).