stad aan de oevers van de Orontes in het noorden van Syrië die daar in 300 v. C. is gesticht door een van de opvolgers van Alexander de Grote, Seleucus I; lange tijd hoofdstad van het Seleucidische rijk.
Joodse aanwezigheid in deze stad was er waarschijnlijk al vanaf de derde eeuw v. C. en groeide sindsdien. Rond het begin van de jaartelling was de joodse gemeente groot en, volgens Josefus, invloedrijk vooral onder de Griekse vrouwen van de stad. Tijdens de grote joods-Romeinse oorlog van 66-74 n. C. in Palestina, braken er ernstige onlusten tussen joden en niet-joden uit in de stad. Na die tijd verheugde de gemeenschap zich weer in een bloeitijd, mede blijkens het bezit van diverse synagogen (waaronder ook een zeer fraaie in de voorstad Daphne).