Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 02-01-2023

WESTERBEEK, HUIS TE

betekenis & definitie

[/i]een aloud Gestigt, onder Haag-Ambagt, ongeveer een vierendeel uur gaans buiten ‘t Graavenhage, op den weg, na Loosduinen. Het ontleent zijnen naam van eene Beek, aan welk het gebouwd is, dus geheetren in tegenstelling van eene andere , Oosterbeek geraamd. Reeds in een Jaare 1450, was WILLEM, bastaart van den Graave van Holland, Heer van Schagen, stigter van dit Slot.

Het wierdt aangeleid om te dienen tot eene plaats van versterkinge. Van hier de diepe Graften, van welke het omringd wierdt, en de vier Torens met Schietgaten, die op de hoeken ven het gebouw stonden. Thans ziet men slegts eenige laage zeskante Torentjes, rondom een vierkant Muurwerk, nevens een Uitstek, ‘t welk ten dake uitrijst.

< >