Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

WARMENHUIZEN

betekenis & definitie

eene Heerlijkheid en Dorp, onder Noordholland, in Geestmer-Ambagt, ongeveer twee uuren ten Noordoosten van de Stad Alkmaar. Volgens de Verpondingslijst, bevat de Heerlijkheid ruim duizend vijfenzeventig Morgens Lands.

Het getal der Huizen bedroeg, bij de laadste optelling, iets boven de tweehonderd. De Kerk is een oud, doch ruim gebouw, aan het einde van eenen Toren voorzien, en van boven met een kleinen Spits pronkende. Ten tijde der Nederlandsche Kerkgeschillen, in het begin der jongstvoorgaande Eeuwe, was een goed gedeelte der In- en Opgezeetenen de Remonstrantsche begrippen toegedaan zo dat zij, met de andersgezinden, merkelijk geschil hadden over het gebruik van het Kerkgebouw. WILLEM BARDES, Zoon van den vermaarden Amsterdamschen Burgemeester van dien naam, was thans Heer van Warmenhuizen. Dewijl deeze zich verklaarde voor de Contraremonstranten, vonden deeze daar in niet weinig steuns. Het geschil wierdt gebragt voor de Staaten des Lands, volgens welker uitspraak, van den zestienden November des Jaars 1618, de twistende Gezintheden, beurtelings, den eenen om den anderen Zondag, het gebruik der Kerke zouden hebben. De Contraremonstranten genooten de eerste predikbeurt.Zie O. BRANDT, Hist. der Reformatie.

< >