een Baljuwschap in Hollands gedeelte, Rhijnland genaamd, in overoude tijden, en geduurende een langen reeks van jaaren een eigendom der Heeren uit het doorluchtig Geslagt van BREDERODE, doch van daar, door den tijd, overgegaan in andere handen. Voshol bevat drie onderscheidene Heerlijkheden en Dorpen: Zwaadenburgerdam, gemeenlijk Zwammerdam genaamd; Langer en Korteraar; en Reewijk met Randenburg of Raamburg. Het Hooge Regtsgebied berust in den boezem der Staaten van Holland en Westfriesland, die ’er eenen Baljuw aanstellen, welke een Subitituit-Baljuw onder zich heeft. In een Regthuis te Zwammerdam wordt de Hooge Vierschaar gespannen; welke, naar gelange van de natuur der zaaken, die voor denzelven gebragt worden, uit een meerder of minder getal van Leden bestaat.
De Heer van Voshol geniet verscheiden aanzienlijke Voorregten. Bij de aanvaarding van zijn bewind, kan hij van de Dorpen van Voshol eene Erkentenis eisschen, bij den naam van Huldegeld bekend; een regt, dat in weinige Heerlijkheden plaats heeft. Ook staat aan hem de volstrekte aanstelling van Predikanten en Kosters. Wijders bezit hij het regt van Naastinge, en van Zwaanedrift, benevens het regt van de Tienden, Visscherijen en van de geveende Roetaalen.