Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

VOORHOUT, JOHANNES

betekenis & definitie

gebooren, op den elfden November des Jaars 1647, aan den Uithoorn, aan den Amstel, hadt tot Vader eenen Horologiemaaker; die zijnen Zoon, in ’t eerst, in zijne handteering wilde opbrengen, doch naderhand deszelfs zucht voor de Schilderkunst bespeurende, deeze roeping der Natuure volgde. Eerst oeffende hij zich onder KONSTANTYN VERBOOT, een bekwaam Historieschilder te Gouda, en vervolgens te Amsterdam, onder JOAN VAN NOORT, een Historie- en Portretschilder.

Elf jaaren als leerling gewerkt hebbende, begaf hij zich, in den Jaare 1670, in ’t huwelijk. Twee jaaren daar naa, om de geweldenaarijen der Franschen te ontwijken, begaf hij zich na de Fredrikstad, alwaar zijne Huisvrouw veeie aanzienlijke en rijke bloedvrienden hadt. Geringen opgang, egter, maakte hier zijne kunst, en wierdt VOORHOUT, diensvolgens, te raade, zich met der woon na Hamburg te begeeven. Hier vervaardigde hij, door aanhoudenden vlijt, een aantal Kunsttafereelen; die hem, evenwel, niet zo veel voordeels aanbragten, als de kunst en vlijt, daar aan besteed, wel zouden verdiend hebben. Het sterfjaar van onzen Kunstschiider is ons niet gebleeken.Zie HOUBRAKEN.

< >