Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Schager-Kogge

betekenis & definitie

SCHAGER-KOGGE, met Nieuwdorper-Kogge, eene der hoofdverdeelingen van Westfriesland. Een aanzienlijk gedeelte daar van beslaat de Schager- Kogge, of de Vrije Heerlijkheid van Schagen. Deeze bevat, behalven de reeds beschreevene Stede Schagen, den Polder van Burghorn en de Stede Barsingerhorn, onder welke Kolhorn en Haringhuizen mede begreepen zijn. Reeds van ouds zijn de Heeren van Schagen vermaard in ’s Lands Geschiedenissen.

Volgens het algemeen gevoelen, zou de eerste Heer van Schagen geweest zijn, WILLEM, Natuurlijke Zoon van ALBREGT VAN BEYEREN, geteeld bij MARIA, of, volgens anderen, GYSBREGT VAN BRONKHORST. In den Jaare 1427, zoude Hertog PHILIPS VAN BOURGONDIE de Heerlijkheid van Schagen aan gemelden Bastaart WILLEM geschonken hebben. De Heerlijkheid bleef in dat Geslagt, tot op het overlijden van WILLEM VAN SCHAGEN, voorgevallen in den Jaare 1658, wanneer daar van Kooper wierdt de Heer GEORGE VAN KATS, Heer van Koulster, voor eene somme van tweehonderd drieënzestigduizend Guldens. Achttien jaaren laater keerde de Heerlijkheid te rug, bij verkoop, voor eene somme van honderdzeventigduizend Guldens, tot het aloude Geslagt, in den Persoon van FLORIS KAREL VAN BEYEREN, Graave van Warfusé, Heere van Goudriaan, wiens Zoon eene dogter naaliet, die, in ’t begin deezer Eeuwe, door huwelijk, de Heerlijkheid in het Geslagt der Graaven VAN OUTREMONT gebragt heeft. De Heer ven Schagen heeft, binnen de Stede van dien naam, een fraai Slot. Het legt ten Zuiden van het Marktveld, van welk het, door middel van eene Voorpoort en ruim Voorplein, is afgescheiden, midden in eenen Vijver.

Van ouds wierdt het voor eene aanmerkelijke Sterkte gehouden; waar toe niet weinig toebragten de zwaare Torens, van welke het nog heden is voorzien. Aan den Schoorsteenmantel, op de Groote Zaal, ziet men twee Pilaaren, die, volgens eene aloude overlevering, bekragtigd door een Latijnsch Vaers van den Hoogleeraar BARLAEUS, ’t welk men voor den Schoorsteen leest, weleer tot het aloude Karthago zouden behoord hebben, en, bij de opdelving der Puinhooping, gevonden zijnde, herwaarts zouden zijn overgebragt. Wijders pronkt nog deeze Zaal met de Afbeeldingen van verscheiden Heeren van Schagen en andere Grooten. De tuin of hoving, agter het Slot, beslaat eene aanmerkelijke uitgebreidheid. Naardien de Heeren van Schagen niet altoos op het Slot hun verblijf houden, hebben ze dikmaals hun voordeel gedaan met het verhuuren der beplantinge, voor zevenhonderd guldens ’s jaars.

< >