Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Pasor, Georgius

betekenis & definitie

GEORGIUS PASOR, gebooren in het Herbornsche, doch in welk jaar, vinden wij niet aangetekend, bekleedde het ampt van Hoogleeraar in de Godgeleerdheid en Hebreeuwsche Taale, te Herborn, geduurende den tijd van negentien jaaren. Naa verloop van dezelve verkoozen hem de Verzorgers van het Friesche Hoogeschool, tot het geeven van onderwijs in de Grieksche Taale. Hij eindigde aldaar zijne dagen, in den Jaare 1637. Van 's Mans naarstigheid getuigen verscheiden Schriften, meest dienende ter ophelderinge of verstand van het Nieuwe Testament. Uit zijn huwelijk, reeds op zijne eerste standplaats aangegaan, was hem aldaar gebooren MATTHIAS PASOR.

< >