Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HEILOO

betekenis & definitie

HEILOO, MET OVERDOM, EEN DORp en Heerlijkheid, in Kennemerland, in de nabuurschap van de Stad Alkmaar, beslaande ruim achttienhonderd Morgens Lands. Voor omtrent veertig jaaren stonden in het Dorp honderdvijftien huizen.

Het moet reeds vermaard geweest zijn in de zevende Eeuwe, indien ’t waarheid zij, dat de H. WILLEBRORD ALDAAR eene Kerk gestigt heeft. Bij de tegenwoordige inwooners wordt de naam diens Heilige nog in gedagtenisse bewaard, in eenen kleinen Put, aan den Ringmuur des Kerkhofs, ten Westen van de Kerk, Willebrords-Put geheeten; naar inhoud der Overleveringe zou dezelve, op ’s Predikers gebed, aldaar ontsprongen zijn. Nog heden betoonen de Roomschgezinden, die hier zeer talrijk zijn, daar aan hun eerbewijs; doch nog meer aan den, zo genaamden, Kruisberg, op welken, eertijds, de Kapelle te Runksputte, of van Onze Lieve Vrouwe ter Nood stondt. Volgens ’t verhaal zou hier, in eenen nacht, in den Jaare 1713, eene Bron zijn ontsprongen, die Water opgaf, van eene onfeilbaare kragt tegen de ziekte, welke toen onder ’t Rundvee heerschte. De bijgeloovige eerbetooningen van veel Roomschgezinden, aan dien plek gronds, wierden, zedert, op hoog gezag verbooden.

< >