HARINXMA, EEN Oud adelijk geslagt in Friesland, waar van nog heden twee Takken bekend zijn, zich noemende, naar de plaatzen, alwaar de Voorzaaten hun verblijf hadden gevestigd, Harinxma Thoe Heeg en Harinxma Thoe Sloten. Reeds in den Jaare 1404 vinden wij vermeld eenen HARING HARINXMA, ZO VEEL als Haringszoon, hij bekleedde, in dien tijd, de aanzienlijke en hoogste waardigheid van Potestaat van Friesland. Een edel Broederpaar van dit geslagt, HARING EN HARTMAN, ONDERTEkende niet slegts het Verbond der Edelen, maar gaf ook vervolgens doorluchtige proeven eener grootmoedige zucht voor 's Lands Vrijheid.
In den Jaare 1572, voerden ze het bevel over eenig Krijgsvolk, ’t welk van Enkhuizen na Friesland overstak, met oogmerk om dat Gewest voor den Prins VAN ORANJE TE VERZekeren. ’t Gelukte hun, zich meester te maaken van de Stad Sloten; doch zij moesten, voor de overmagt van het Volk VAN BILLY, DEZELVe wederom verlaaten. Als een bewijs van onverschrokkene heldhaftigheid van eeneen deezer broederen vindt men aangetekend, dat wanneer hem, in de hitte des gevegts, de eene arm te morzelen was geschooten, hij, met de andere hand, het Vaandel greep, en, zonder eenig blijk van pijnlijkheid te vertoonen, zijne manschap even kloekmoedig tot den strijd aanvoerde. HARING HADT In huwelijk WYSK HOITEMA, MET WELke hij, in den Jaare 1581, op éénen dag, begraaven wierdt. Door de ongunst der tijden, daalden zijne twee Zoonen tot een laagen stand; uit welken, egter, zij naderhand wierden opgebeurd, door hunne bevordering tot aanzienlijke posten, zo in het Staatsbewind als in den Krijgsdienst. HARTMAN WAS GEHuwd met KINSK OF KUNSK POPTA, DIE HEm aanzienlijke goederen ten huwelijk bragt. Hoewel in geen groot aanzien, zijn, egter, van de HARINXMA’S NOG IN weezen.
