Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HEEG

betekenis & definitie

HEEG, EEN AAnzienlijk Dorp, in de Friesche Grietenij Wijmbritzeradeel, gelegen op eenen heuvel; van deeze legginge zal, waarschijnlijk, de plaats haaren naam ontleend hebben: want Heeg betekent, in de Friesche Landtaal, zo veel als hoog. Volgens ’t verhaal van zommigen, zouden de Hollandsche Graaven, ten tijde als zij over Friesland bewind voerden, te Heeg, om de vermaaklijkheid der plaatze, hun gewoon verblijf gehouden hebben.

In de nabuurschap lag wel eer de State Harinxma, de wooning van het geslagt van dien naam; doch het wierdt onder den voet geworpen, geduurende de vernielende geschillen der Friesche Edelen.

< >