een oud Adelijk Huis, in’t Nederkwartier van Utrecht, schuins over de Kerk van Breukelen. Dit Huis werd, voorheen, door Edelen bezeeten. In het Jaar 1573, geduurende het beleg van Haarlem, werden daar op gelegd 40 man, van de 500, die Breukelen beschanst hadden.
Reeds in ’t Jaar 1539 was dit Huis, door de Staaten van Utrecht, voor een Ridder-Hofstad bekend; doch, in het Jaar 1611, door de Staaten van Holland, aan welke het leenroerig was, aan den Advocaat VAN OLDEBARNEVELD, als een Leen gegeeven. In het Jaar 1672 werd het, door de Franschen, met buskruid om verre gesmeeten. Zedert wederom sierlijk opgehaald en vernieuwd zijnde, vertoont het zig tegenwoordig, als een vierkant deftig gebouw, in ’t midden van een breede graft, omringd met lommermerijk geboomte. Zints lang heeft het behoord, aan de Heeren VAN COLLEN, Heeren van Gunterstein en Tienhoven.Staat van Utrecht.
