Dit woord komt af van het oude Friesche woord GRETEN, ’t welk niet alleen betekent, iemand aanspreeken en begroeten, maar ook uitdaagen en beschuldigen, ja zelfs, ’t geen nog nader komt, beoordeelen en vonnissen. Gretman, Greetman, of Grietman, wil dus zeggen, een Gerechtsman; Hoofdrechter, (Procurator Generalis), die ’s Graaven Persoon, of dien van ‘s Lands Souverain, in zijn District, verbeeld, inzaaken, die de Rechtsoeffening betreffen, en zorge moet draagen, dat het recht wel en wettig worde gehandhaafd.
Men vindt, van deeze Grietmannen, allereerst gewag jemaakt, in een Acte van Verzoening der Ftriezen van Westergoo, met onderwerping aan Graave WILLEM van Holland, van 4 Julij 1310, te vinden in het Charterboek van Friesland, I. Deel, pag. 149. enz. De Grietmannen, of, gelijk men, in die Provintie, gewoon is te zeggen, de Grietsluiden, die hun Ampt, geduurende hun leven, behouden, worden door de Heeren Stadhouders van dat Gewest verkooren, uit eene Nominatie van drie Persoonen, die ontworpen of gemaakt word, door de Eigenërfden van ieder Grietenij, en door de Gedeputeerde Staaten, aan den Erfstadhouder in der tijd, gezonden. Van de Bijzitters of Mederegters, heeft de Grietman het recht van Verkiezing, uit eene Nominatie van drieën, welke door de Stemgeregtigden gemaakt word; waarna de gekoozene, door het geheele Geregt, in den eed word genomen Dit heeft ook plaats omtrent de Verkiezing van de Secretarissen, alleen met dit onderscheid, dat zij den Eed doen aan de Heeren Gedeputeerde Staaten. De Grietluiden hebben, in Dijk-en Vaartschouwen, en eenige andere zaaken, een hun alleeen bijzonder aanvertrouwd gezag, maar, in alle gewoonlijke Rechtshandelingen, betreffende de Civiele of Burgerlijke Rechtszaaken, niet meer te zeggen, dan een Bijzitter; elk heeft daarin niet meer dan ééne Stem. Voorts is eene Grietenij zulk een District, waaraan meer of minder Dorpen onderhevig zijn, die te zamen één Gerecht uitmaaken. Dus zou men kunnen zeggen, dat de Grietenijen in Friesland, een volkomene overeenkomst hebben met de Amptman- of Baljuwschappen in de andere Provintien ; ’t en ware , tusschen deeze en geene, dit aanmerklijk onderscheid plaats hadde, dat, in de laatstgemelde, het Rechtsgebied zig mede uitstrekt tot het Crimineele; terwijl dat der Grietmannen zig alleen bepaalt tot het Civile. Uit ieder Grietenij worden, jaarlijks, door de Stemgeregtigde Opgezeetenen, twee Lieden, Volmagten genaamd, tot de Staatsvergadering benoemd: één uit den Adelstand, en één uit de Eigen geërfden; 't welk men elders noemt den Ridder- en Boerenstand. Het getal dezer Grietenijen is niet altoos even groot geweest; zijnde nu eens meerder, en dan minder, door de inëensmelting of splitsing van Districten. Thans bestaan dezelve in een getal van XXX.
Zie verder het geen, op het Art, FRIESLAND, hier van gezegd is.