Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 20-10-2022

GENEMUIDEN

betekenis & definitie

doorgaans verkeerdelijk genaamd Geelmuijen, in Overijssel, onder het Landdrostampt van Salland, zeer nabij de plaats, daar de Vegt, of ’t eigenlijk genoemde Zwarte Water, in het Zwolsche Diep zig ontlast. Deeze gelegenheid aan den mond der Rivier word, door de laatste lettergroepen deezes naams, duidelijk te verstaan gegeeven, wijl Mude zo veel zegt als Mande of Mond. Dan, waarom die plaats Genemuide toegenaamd word, daar de Rivier, die daar bij uitwaren, voorheen met geen anderen naam dan de Vegt (in ’t Latijn Vidrus,) is bekend geweest, zal men bezwaarlijk konnen verklaaren. Dit Genemuiden is een Steedje of Vlek, met Stadsgeregtigheid begiftigd, en wel door JAN VAN NASSAU, in het Jaar 1212; die, ter zelver tijd, de Parochiekerk aan ST. NICOLAAS toegewijd, benevens het Regt van Patronaatschap aan ’t Kapittel van Deventer heeft opgedraagen. De Regeering is, gelijk in alle de Overijsselsche Steden, aldaar in twee Kollegien onderscheiden: namelijk, de Magistraat, saamgesteld uit VIII Leden, waar van 4 Schepenen en 4 Raden zijn, benevens den Secretaris; en een Gezwooren Gemeente, die insgelijks uit agt Leden bestaat.

Keizer KAREL had aldaar, ter bescherming van den ingang van ’t Zwarte Water, een Slot doen stigten; door de Spaanschen werd dit, in het Jaar 1580, in brand gestooken. De Inwoonders hebben grootendeels hun bestaan van het maaken van allerlei soorten van fijne en grove Matten, als zijnde aldaar de grootste voorraad van biezen. Dit is ook oorzaak dat men aldaar zeer zorgvuldig voor brand is: te meer, dewijl men het gevaar daar van 'er eenmaal ondervonden heeft.

< >