woonde, als Ambassadeur des Konings van Spanje, den beroemden Munsterschen Vredehandel bij, en, als Raad des Konings, wendde hij alle poogingen aan, om de gunst der Staatsche Gevolmagtigden te winnen; waartoe het hem aan geene bekwaamheid ontbrak. Na dat deze Ridder, met zijne medeafgezanten, bij het sluiten van dien vrede, den afstand van de Nederlanden, in naam van zijnen meester, getekend had, kwam hij, in het jaar 1649, als gewoon Ambassadeur des Konings van Spanje, PHILIPPUS DEN VIERDEN, in ’s Gravenhage, en genoot de eer, met luister in die waardigheid erkend te worden, welke hij bekleede tot in het begin van het jaar 1654, wanneer hij in ’s Gravenhaage overleed.
Zie AITZEMA; Brieven van de Wit.
