Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BROUWER, HENDRIK

betekenis & definitie

van dezen is de geboorteplaats onzeker, schoon sommigen Amsteldam daar voor houden. Men gelooft dat hij van der jeugd af aan bij de zee is opgevoed; dit weet men dat hij, in ’t jaar 1613, reeds het bevel had over een aanzienlijke vloot naar de Oost Indien, en dat hij kort daarna tot Opperkoopman op Japan bevorderd werd.

In het jaar 1617, kort na zijne terugkomst, was hij Bewindhebber van de Oostindische Maatschappij bij de Kamer Amsteldam; welke aanzienlijke waardigheid hij vijftien jaaren bekleedde. Naderhand reisde hij, als afgezondene der Maatschappij, naar Londen, zo om zig zelven te verdedigen, als om de verschillen over het Eiland Puio Rhun te helpen beslissen; en ’t was onmiddelijk na dit gezantschap, toen hij het Gouverneur-Generaalschap aannam, op voorwaarden, door hem zelven bedongen, en die voorheen aan den Gouverneur KOEN waren toegestaan. Eéne van deze voorwaarden was, dat hij zig niet langer verbond, dan voor drie jaaren; en de tweede, dat hij den tijtel van Bewindhebber moest blijven behouden. Daarop leide hij den eed af in handen der Algemeene Staaten, en ontving zijnen Lastbrief, onder het zegel van den Prins VAN ORANJE, en de Vergadering van de Kamer van zeventienen.In het jaar 1632, vertrok bij, benevens zijne huisvrouwen een dogtertje van twee of drie jaaren, op het schip Zutphen, gevoerd door Kapitein NICOLAAS BRUIN, bemand met twee honderd agt-en-negentig koppen; daarmede ging hij onderzeil, in de maand Maart des gemelden jaars, en landde te Batavia den 5den September. Den 7den daaraanvolgende nam bij bezit van zijnen nieuwen post, dien hij drie jaaren, drie maanden en vier-en-twintig dagen bekleedde; een tijdperk, dat geene buitengewoone voordeelen voor de Maatschappij, noch eenige gewigtige gebeurtenissen oplevert, schoon aan hem de eer moet worden toegeschreeven, van de grondlegging van den Siamschen handel, zijn de schoonste dien de Hollanders in de Oostindiën hadden. Ook bevlijtigde hij zig zeer om de onlusten op Amboina te doen eindigen, dat hem ten deele gelukte.

Onder deze mindere bezigheden zijn bepaalden tijd volbrage hebbende, leide hij, op den isten Januarij 1636, zijn ampt neder, en begaf zig, op den 4den dito, aan boord van het schip

Nieuw-Amsteldam, dat verzeld werd van nog zeven anderen, die hij in dit jaar gelukkig thuis bragt. Doch men maakte zwaarigheid om hem wederom zitting als Bewindhebber te verleenen; ook zag hij ’er eindelijk van af. Na alle zijne eisschen aan de vergaderinge van Zeventienen verbleeven te hebben, werd hem eene somme van vier en-twintig duizend guldens toegestaan, behalven de twee ten honderd, die hem van de prijzen, op den vijand genomen, toekwamen.

In het jaar 1641 zond de Westindische Maatschappij hem, met denzelfden rang van Gouverneur-Generaal, naar America, om zekere ontwerpen tegen Chili ten uitvoer te brengen; doch hij overleed in het midden van ’t volgende jaar, op dezen togt, te Karel Mappa, een plaats, die hij genomen en verbrand had. Men begroef zijn lijk te Baldivia, en zijne ingewanden nabij een haven, die naar hem genoemd is. Ook hebben de Aardrijksbeschrijvers van de voorgaande eeuwe naar hem genoemd, een land, nog oostelijker gelegen dan het Staaten Eiland, waarvan de ontdekking aan hem wordt toegeschreeven.

Zie VALENTIJN, Oud en Nieuw Oostindiën; Historische Reizen.

< >