een beroemd Rechtsgeleerde, geboren te Deventer, alwaar zijn vader Licenciaat der beide Rechten en Rector was; eerst was hij Hoogleeraar in de Wiskunde te Rosstok. EVERARD had, om de tirannij van ALBA te ontwijken, in zijne jeugd (1570) deze landen moeten verlaaten. Den loop zijner studiën volbragt hebbende, werd hij tot Doctor in de rechten gepromoveerd; en, na nog twee jaaren, zo te Wurtenberg als te Erfurt, doorgebragt te hebben, te Deventer, alwaar hij zig nedergezet had, tot Burgemeester verkoozen.
Na andermaal de wreedheid der Spanjaarden ontweeken te zijn, werd hij, in 1586, als Hoogleeraar in de Rechten op de Leidsche Academie aangesteld; in welke waardigheid hij, in 1627, oud zijnde drie-en-zeventig jaaren, overleed, nalaatende zijne schriften.Zie MEURSIUS; Oudheden van Deventer, I. Deel, p. 331.
