Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

BONIFACIUS

betekenis & definitie

de tweede Aartsbisschop van Utrecht, zijnde voorheen Aartsbisschop van Mentz geweest, en had den naam van WINFRIED gevoerd. Door WILLEBRORD was hij, uit Engeland komende, naar Neder-Friesland gezonden, ter verkondiginge van het Euangelium, waarmede hij zig den tijd van dertien jaaren bezighield.

Na verloop van dien tijd, verzocht hij, van gemelden WILLEBROBD, vrijheid om naar Rome te gaan, om het graf van St. Pieter en Paulus te bezoeken; dat aan een man als hij niet geweigerd werd. Paus GREGORIUS eene zonderlinge bekwaamheid in hem bespeurende, beval hem naar Duitschland te gaan, om die volken de Pauslijke magt en gezag te doen erkennen, en dezelve naar zijn vermogen aldaar te vestigen. Hij volbragt die bevel, hoewel niet zonder veel tegenstand te ontmoeten; waarop (731 of 741), zijne verheffing tot Aartsbisschop van Mentz volgde, zijnde zijne voorzaten alleenlijk Bisschoppen geweest. Twee Bisdommen werden door hem in Duitichland ingesteld, het een te Aichstad, het ander te Wurtzburg. Ook dichtte hij (740) het vermaarde klooster Fulda, dat twee jaaren laater, door de milde giften van CARLOMAN, een zeer magtige Abdij werd. WILLEBROBD overleden zijnde, werd hij door hem in zijne waardigheid opgevolgd. Te Utrecht stichtte hij de Kanunniksabdij van St. Salvator, naderhand Oud-Munster genaamd.

Met voordacht gaan wij alles, wat hem in zijn eerste Bisdom gebeurd is, stilzwijgende voorbij. Men zegt van hem, dat hij een vernuftig, en naar dien tijd geleerd man, doch niet vrij van eigenzinnigheid en eergierigheid was: zo dat hij niets ontzag om zijn grootheid te bejaagen, schoon bij zulks altoos in een ander licht wist te plaatzen.Zeker Schotsman, SAMSON genaamd, noemt hem openlijk een verstoorder van den kerklijken vrede. MUTZART, in zijne Kerklijke Historie, verschoont hem mede niet.

Nadat BONIFACIUS zestien jaaren den zetel bekleed had, vertrok hij, met vijftig der geleerdste mannen van zijnen tijd, uit Utrecht naar Friesland, om ’er op nieuw het Euangelium te bevestigen; doch bij werd, met allen, die bij hem waren, bij Dokkum aan de Lauwer, te Murwelwolde of Moorderswolde, van de nog Heidensche Friezen vermoord. Van dezen moord maken de meede Schrijvers van dien en latere tijden omstandig gewag. Zijn leven vind men mede omstandig in het Eerste Deel van het Batavia Sacra, bij OPMEER, Catholijk Martelaarsboek, achter GABBEMA, en bij meer anderen. Zijn dood word gesteld op het jaar 754 of 755.

Zie ook VAN LOON, Aloude Historie, I. Deel.

< >