Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

BAUWEL

betekenis & definitie

een oude Heerlijkheid, van de Meijerij van Zanthoven, onder het district van Antwerpen. In ’t jaar 1492 behoorde Bauwel aan ARNOLDUS VAN CRAIJINHEM, Ridder, Heer van Crobbendorijk; daarna aan het Geslacht van BRANDT; DAMANT, VAN VINK, BIEL, SCOTTE en ROZENDAAL. In de Kerk van Bouwel vind men verscheidene Grafsteden van de voorige bezitters.

DE ROIJ, ib. fol. 80. CANTELJON, III. Deel, bl. 101.

< >