ook Angjum, Aanjum en Anijgum, een der 13 Dorpen van de Friesche Grietenij Oostdongeradeel, onder ‘t kwartier van Oostergoo; dit Dorp is een der landen, in 1592, ingedijkt, nadat Oostdongeradeel, in den zogenaamden Frieschen Zundvloed, doorgaans de Allerheilige vloed van 1570, genaamd, door het overstroomen der Zee, zeer veel Lands, en daar onder dit Land of Dorp, verlooren hadt. De Predikant van dit Dorp behoort onder de Klassis van Dokkum. In voorige tijden was het vermaard, doordien het de geboorteplaats was van Lindulphus, weleer Prioor te Lidlum, wiens bloedverwanten, met verlof van Wibrandus, mede Inboorling, aldaar een Klooster van reguliere Kanonniken stichtten, waarin hun door Sibaldus Epinga, en zijne Broeders, Nanno en Sibrandus, als ook door hunne Nicht Ebel Scheltinga, de hand geboden werd; dit Klooster heeft den naam van [i]St.
Mariaas-berg;[/i] doch met het invoeren van den gezuiverden Godsdienst, vonden de Kanunniken zig genoopt het zelve te verlaaten.Zie WINSEMIUS in de stukken, achter zijn Chronijk. Oudh. van Friesland, II. Deel, bl. 130.