Gepubliceerd op 28-04-2019

Ontzien — sparen — verschoonen

betekenis & definitie

Men ontziet uit eerbied, plicht¬besef, vrees; men spaart om te behouden, men verschoont uit menschenkennis, zachtmoedigheid, mededoogen of uit willekeur. Ontzie uwe meerderen.

Spaar uwe krachten. Verschoon de onnadenkendheid der jeugd. Neptuin ontziet noch dijk, noch paal. De dood spaart niemand. De felle dood.... verschoont de oude lien. (Vondel).

Onveranderlijk, zie Bestendig.

< >