Gepubliceerd op 28-04-2019

Gereedschap—instrument — werktuig—machine—toestel

betekenis & definitie

Hulpmiddelen waarvan de mensch zich bij zijn arbeid bedient. Door gereed¬schappen verstaat men meer eenvoudige hulpmiddelen, door werktuigen meer samengestelde; het eerste ziet meer op het collectieve: het werktuig waarmede hij slaat is een hamer; beitel en hamer is timmermansgereedschap, een ploeg is een werktuig van den landman.

Instrument is een vreemd woord voor werktuig, vooral als kunstterm in gebruik. Zeer kunstig samen¬gestelde werktuigen noemt men machines. De naaimachine. Het Nederlandsche woord voor machine is toestel, dat echter bijna geheel door het andere verdrongen is.

< >