Vroeger staat tegenover later, voorheen tegenover na dezen; beide duiden een minder grooten afstand van het tegenwoordige aan dan de beide andere woorden; weleer geeft meestal en eertijds altoos een grooten afstand te kennen. Hij is voor¬heen hij mij in dienst geweest.
Ik héb hem vroeger gekend. Hoe krachtig wist Helmers weleer het ingesluimerd vaderlandsch gevoel wakker te schud¬den! Wat al bezwaren had de kleinste reis niet in!