Eertijds — voorheen — vroeger — weleer
Vroeger staat tegenover later, voorheen tegenover na dezen; beide duiden een minder grooten afstand van het tegenwoordige aan dan de beide andere woorden; weleer geeft meestal en eertijds altoos een grooten afstand te kennen. Hij is voor¬heen hij mij in dienst geweest. Ik héb hem vroeger gekend. Hoe krachtig wist Helmers weleer het inges...