Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

Gepubliceerd op 27-11-2022

parte

betekenis & definitie

1. deel; afdeling;

2. zijde;
3. rol;
4. partij;
5. berisping;
6. taak;
7. (land)streek; (da) parte di padre, (van) vaderszijde; dar parte, far parte, mededelen; essere a parte di qc., kennis dragen van iets; fare una parte a qu., iem. een verwijt doen; far la parte, de rol spelen; prendere in buona (mala) parte, goed (kwaad) opnemen; prendere (sostenere) le parti di qu., het voor iem. opnemen; a parte, afzonderlijk; a parte a parte, elk afzonderlijk; da parte, terzijde; da parte a parte, door en door; da parte mia, mijnerzijds; da una parte, enerzijds; d’altra parte, anderzijds; in parte, deels; parte per parte, stuk voor stuk.