Handen schudden. Het is een van de meest voorkomende activiteiten (van computers, niet van mensen!) op Internet, maar de gebruiker merkt er niet veel van.
Computers en software-programma's moeten elkaar eerst leren kennen, om vervolgens een onderlinge taal ('protocol') af te spreken waarin zij zullen gaan communiceren. Dit proces van elkaar leren kennen heet 'handshaking'.
Als een gebruiker Internet op wil gaan, zal er in de regel eerst gebeld moeten worden met een 'gateway'. Deze 'gateway' is al volledig op Internet voorbereid en na het opbellen zal de 'gateway' eerst kennis willen maken met de computer van de gebruiker. Als dit achter de rug is, verschijnt er soms de boodschap op het scherm: 'Handshaking at 28.800 baud.' Ze hebben elkaar 'gevonden': de computer kan op 28.800 baud communiceren (er is een 'carrier') en de 'gateway' kan dit ook bieden. Meestal volgt daarna de 'login' (de toegangsprocedure).
